Alarmlichten
De alarmlichten waarschuwen medeweggebruikers doordat alle richtingaanwijzers gelijktijdig knipperen. De functie is te gebruiken om te waarschuwen voor gevaarlijke verkeerssituaties.
Druk op de knop om de alarmlichten te activeren.
De alarmlichten worden automatisch geactiveerd als er zo sterk met de auto wordt geremd dat de noodremlichten worden geactiveerd en de snelheid laag is. Nadat de noodremlichten zijn opgehouden met knipperen, gaan de alarmlichten knipperen en de alarmlichten worden automatisch gedeactiveerd, wanneer u weer wegrijdt of de desbetreffende knop indrukt.
De alarmlichten worden automatisch geactiveerd bij een aanrijding.
N.b.
De regels voor het gebruik van alarmlichten kunnen per land variëren.