Twee aandrijvingen

Afhankelijk van de gekozen rijmodus en de beschikbare energie kunnen de beide aandrijvingen elk afzonderlijk of tegelijkertijd worden gebruikt.

De elektromotoren krijgen hun stroom vanuit de hybride-accu's. De ene zit in de tunnelconsole en de andere achter de achterbank in de bagageruimte. De hybride-accu's zijn op te laden aan een stopcontact of via een speciaal laadstation. De verbrandingsmotor kan bovendien de hybride-accu's opladen middels een speciale hoogvoltdynamo.

Zowel de verbrandingsmotor als de elektromotoren kunnen de wielen direct aandrijven. Een geavanceerd regelsysteem benut de eigenschappen van de beide aandrijvingen in verschillende omstandigheden om optimaal rendement te realiseren.

1. Hybride-accu's - De auto heeft twee hybride-accu's. De hybride-accu's zijn bedoeld om stroom op te slaan. Ze krijgen stroom tijdens oplading via het stroomnet, bij regeneratief remmen of via de hoogvoltdynamo. Ze geven stroom voor elektrisch rijden en bijvoorbeeld preconditioning.
2. Verbrandingsmotor - De verbrandingsmotor start wanneer de ladingsgraad van de hybride-accu's onvoldoende is om het motorvermogen te realiseren waar de bestuurder via het gaspedaal om vraagt.
3. Hoogvoltdynamo1 – De hoogvoltdynamo laadt de hybride-accu's op, deze werkt ook als startmotor voor de verbrandingsmotor. Kan de verbrandingsmotor ondersteunen met extra stroom.
4. Elektromotoren - De auto heeft twee elektromotoren die de auto bij elektrisch rijden aandrijven. Indien nodig geven ze extra koppel en vermogen bij acceleratie en bij elektrische vierwielaandrijving. De elektromotoren geven aangepaste kracht aan beide achterwielen voor extra stabiliteit2, bijvoorbeeld bij het nemen van bochten. Ze zetten remenergie om in stroom.