• Handleiding
  • Videogalerij
  • Downloads
  • Software-updates

Beperkingen van Pilot Assist*1

In bepaalde situaties gelden mogelijk beperkingen voor de werking van Pilot Assist.

Pilot Assist is een hulpmiddel dat u in veel situaties kan ondersteunen en helpen. U bent er echter zelf verantwoordelijk voor dat u een veilige afstand aanhoudt ten opzichte van de omgeving en dat u de juiste positie op de rijbaan aanhoudt.

 Waarschuwing

In bepaalde situaties heeft de stuurassistentie van Pilot Assist moeite om u op de juiste manier te helpen of wordt de stuurassistentie automatisch uitgeschakeld – in dat geval is het advies om Pilot Assist niet te gebruiken. Voorbeelden van dergelijke situaties:
  • de rijbaanmarkeringen zijn onduidelijk, afgesleten, ontbreken, kruisen elkaar of er zijn meerdere groepen wegmarkeringen aanwezig.
  • de rijbaanindeling verandert, bijvoorbeeld als de rijbanen worden gesplitst of samenkomen bij afritten.
  • bij wegwerkzaamheden en plotselinge veranderingen van de rijbaan, bijvoorbeeld als lijnen mogelijk niet meer de juiste route aangeven.
  • er zijn randen of andere lijnen dan rijstrookmarkeringen aanwezig op of naast de rijbaan, zoals trottoirbanden, naden of reparaties in het oppervlak van de rijbaan, randen van barrières, bermen of scherpe schaduwen.
  • de rijstrook is smal of bochtig.
  • de rijstrook loopt over een top van een helling of een verkeerdrempel.
  • het is slecht weer, met regen, (natte) sneeuw of mist of verminderd zicht met slechte lichtomstandigheden, tegenlicht, een natte rijbaan et cetera.
Let er ook op dat Pilot Assist de volgende beperkingen heeft:
  • Hoge trottoirbanden, barrières en tijdelijke wegversperringen (pylonen, andere barrières et cetera) worden niet gedetecteerd. Ze kunnen ten onrechte worden verward met rijstrookmarkeringen, zodat het risico bestaat dat de auto in aanraking komt met dergelijke barrières. Het is aan de bestuurder om voldoende afstand te houden tot de genoemde barrières.
  • De gecombineerde radarsensor en camera heeft onvoldoende capaciteit om alle aanwezige objecten en obstakels in het verkeer te ontdekken, zoals kuilen, stilstaande obstakels of voorwerpen die de route geheel of gedeeltelijk blokkeren.
  • Pilot Assist “ziet” voetgangers, dieren en dergelijke niet.
  • De aanbevolen stuuringreep is in sterkte beperkt, wat inhoudt dat het systeem u niet altijd kan helpen de auto zo te sturen dat deze binnen de rijstrook blijft.
  • Bij een auto met Sensus Navigation kan de functie informatie uit kaartgegevens gebruiken, wat wisselende prestaties kan betekenen.
  • Pilot Assist wordt uitgeschakeld, als de snelheidsafhankelijke stuurbekrachtiging met een beperkt vermogen werkt – zoals bij koeling op grond van oververhitting.

 Waarschuwing

Gebruik Pilot Assist alleen bij duidelijke markeringen aan weerszijden van de rijstrook. Bij gebruik in andere situaties bestaat het risico dat u op omringende obstakels botst die het systeem niet kan detecteren.

U kunt actuele stuuringrepen van Pilot Assist altijd corrigeren of aanpassen en zelf het stuur in de gewenste stand draaien.

Steile wegen en/of zware belading

Let erop dat Pilot Assist in eerste instantie bestemd is voor gebruik tijdens ritten op vlakke weggedeelten. Het systeem heeft mogelijk moeite om de juiste afstand ten opzichte van voorliggers aan te houden bij ritten op steile aflopende wegen – blijf dan extra alert en rem zo nodig zelf.

Maak geen gebruik van Pilot Assist als de auto zwaar beladen is.

 Waarschuwing

  • Dit is geen systeem dat botsingen voorkomt. Als bestuurder bent u er altijd verantwoordelijk voor om in te grijpen, mocht het systeem een voorliggers niet ontdekken.
  • De functie reageert niet op voetgangers of dieren noch op kleinere voertuigen, zoals fietsen of motorfietsen e.d. Lage aanhangers, tegenliggers, langzaam rijdende en stilstaande voertuigen of vaste obstakels worden eveneens genegeerd.
  • Gebruik de functie niet in lastige situaties zoals in stadsverkeer, op kruisingen, bij gladheid, hevige regen- of sneeuwval of slecht zicht en evenmin op weggedeelten met veel water of natte sneeuw, op bochtige wegen of op uit- en opritten.

 N.b.

De functie maakt gebruik van de camera- en/of radareenheden van de auto die enkele algemene beperkingen hebben.
  1. * Optie/accessoire.
  2. 1 Afhankelijk van de markt is dit een standaardfunctie of een optie.