Game over: betekenen EV's het einde van het tankstation?
In de Verenigde Staten zijn er iets minder dan 150.000 tankstations, die vorig jaar 500 miljard liter benzine verkochten. Dat zijn astronomische getallen, die je haast niet kunt bevatten. De petrochemie is wijdvertakt en op een lelijke manier aanwezig in het Amerikaanse landschap. Maar dit gaat allemaal veranderen. In de nabije toekomst zullen EV's dezelfde gevolgen voor servicestations hebben als het internet voor bioscoopfilms had. Maar wat komt daarna? Hoe ziet een wereld vol EV-laadstations eruit?
Het laadstation ligt aan een weggetje dat uitkijkt over de Sont (een smalle strook water die Zweden van Denemarken scheidt). Onder een lichte houten overkapping van FSC-gecertificeerd vurenhout uit de streek staat een eenzame supersnellader. Er is geen benzinepomp te zien. De natuurlijke constructie past naadloos in de winderige omgeving. Het begroeide dak bevordert de biodiversiteit en verlengt de levensduur van de constructie. De wereld van asfalt, autosnelwegen en servicestations lijkt hier lichtjaren verwijderd. Zo ziet de mobiliteitsinfrastructuur van de toekomst eruit.
In Denemarken baren dit soort oplaadpunten veel opzien. Ze zijn onderdeel van een groeiende keten van bekroonde Scandinavische stations, die Cobe − een van de toonaangevende architectenbureaus van het land − voor laadpalenexploitant Clever heeft ontworpen. Omdat Cobe al ervaring had met het ontwikkelen van stedelijke masterplannen (en de infrastructuur- en mobiliteitsplanning die daarvoor nodig is), was de overstap naar EV-laadinfrastructuren een logische stap voor het bedrijf. "We hoefden er niet lang over na te denken om mee te doen aan dit project", zegt Alexander Ejsing, Creative Lead Architect bij Cobe. "Het tankstation is een beetje verouderd. Mensen vinden dat het tot het verleden behoort. Maar laadstations zijn een compleet nieuwe typologie in onze wereld."
Hij heeft gelijk. Oplaadpunten lijken in niets op tankstations. Nu architecten niet meer gehinderd worden door de beperkingen van het werken met licht ontvlambare stoffen hebben ze hun levensvreugde hervonden. "Door deze plotselinge overgang van fossiele brandstoffen naar schone energie worden de ontwerpvoorwaarden compleet anders. Er is geen lawaai. Er zijn geen giftige dampen. De stress van vroeger is verdwenen. Opeens is alles mogelijk", zegt Alexander. Dit betekent eenvoudig gezegd meer mogelijkheden voor architecten. Locaties, materialen en ontwerpen die voorheen niet mogelijk waren, liggen nu weer op tafel.
Maar in plaats van een ongebreidelde aanpak bij het ontwerpen van hun modulaire laadstations besloten Alex en zijn collega's om naar binnen te kijken voor inspiratie.
"In veel sectoren, vooral in de auto-industrie, zien toekomstgerichte voorstellen er vaak overdreven futuristisch uit en doen ze bijna komisch aan. Ons idee was om een heel andere wending te geven aan de toekomst van het opladen. We wilden geen logo met opzichtige neonverlichting. We wilden dat het ontwerp zelf het symbool zou zijn. Daarom kozen we voor een natuurlijkere benadering van hoe laadstations eruit moeten zien", zegt Alexander over het ontwerpproces achter hun houten luifels. "Misschien is het iets Deens. Wij Denen zijn het meest gelukkig en het minst gestrest als we naar onze zomerhuizen gaan. We voelen ons gewoon aangetrokken tot natuurlijke elementen."
Maar dit verhaal heeft ook een andere kant.
Het tijdperk van de fossiele brandstoffen
Felle neonverlichting op een digitaal prijzenbord. Slechte koffie en schappen vol snoepgoed. Ondergrondse tanks met licht ontvlambare vloeistoffen onder een netwerk van stalen balken en betonplaten. We hoeven er geen doekjes om te winden: tankstations zijn een doorn in het oog. Deze fossiele tappunten, die gebouwd zijn met het oog op functionaliteit en veiligheid, moeten automobilisten zo vlot mogelijk laten doorstromen. En daar zijn ze al bijna 100 jaar heel goed in. Er zijn maar weinig andere commerciële ondernemingen die zo'n wijdvertakt netwerk hebben als de infrastructuur die oliemaatschappijen en onafhankelijke handelaars hebben opgezet. Maar zo was het niet altijd.
Aan het begin van de 20ste eeuw, toen de auto-industrie in de kinderschoenen stond, waren benzinestations bijna nergens te vinden. Toen gebeurde er iets interessants. Door de introductie van Henry Ford's model T in 1908 nam de belangstelling voor auto's toe, maar het groeiende netwerk van 'tankstations' gaf pas echt een impuls aan de vraag naar voertuigen op fossiele brandstoffen in de Verenigde Staten. Terwijl de tankstations door het hele land als paddenstoelen uit de grond schoten, nam het aantal auto's toe van ongeveer 300.000 in 1908 tot meer dan 6 miljoen in 1918.
Honderd jaar later staan we op een vergelijkbaar kruispunt.
"In de Verenigde Staten staan we aan het begin van een langdurige, meerjarige groeicyclus. Op dit moment loopt de laadinfrastructuur achter op de acceptatie van EV's", zegt JP Canton, Vice President of Global Communications bij ChargePoint. Het bedrijf heeft bijna 250.000 stations in 14 landen en is daarmee 's werelds grootste leverancier van onafhankelijke laadstations. ChargePoint biedt de hardware en software die nodig zijn voor het betrouwbare en uitgebreide netwerk waar EV-rijders om vragen. Omdat de laadinfrastructuur essentieel is om de acceptatie van EV's te vergroten, is het succes van dit bedrijf medebepalend voor de aanhoudende strijd om benzinestations te verdringen. "Om de transitie naar elektrisch rijden te laten slagen, moet het opladen van EV's alomtegenwoordig, beschikbaar, toegankelijk en betrouwbaar zijn."
Dat is niet altijd gemakkelijk te bereiken. De wereldwijde laadinfrastructuur draait nog voor een groot deel op technologie van de eerste generatie en kinderziektes zijn aan de orde van de dag. ChargePoint denkt een oplossing te hebben. "We hebben een aantal belangrijke initiatieven genomen, zodat alle bestuurders betrouwbaar kunnen opladen waar en wanneer dat nodig is. Denk bijvoorbeeld aan stationsbewaking, training van elektrotechnische installateurs, stationsrapportage en buitenbedrijfstelling om het netwerk toegankelijker en betrouwbaarder te maken voor onze klanten", legt JP uit. Deze initiatieven hebben geleid tot indrukwekkende resultaten. De uptime van de ChargePoint-stations in Noord-Amerika en Europa bedraagt momenteel 96 procent. Met plannen om kunstmatig leren op te nemen in zijn datastromen hoopt het bedrijf dat cijfer op te schroeven tot 100 procent. "We willen garanderen dat iedereen die bij een oplaadpunt stopt, de benodigde lading krijgt."
Game over?
Het is zeker nog te vroeg om het tankstation af te schrijven (vooral als dit soort dingen nog steeds worden gebouwd). Maar als je beter kijkt, zie je de bekende tekenen van een sector die in de problemen zit. In Noorwegen − een land met een van de hoogste EV-acceptatiecijfers ter wereld − neemt het aantal tankstations snel af en landelijk gezien zijn er nu meer EV-laadstations dan servicestations. Hetzelfde geldt voor het Verenigd Koninkrijk, waar het aantal tankstations rond de 8000 ligt (terwijl dat er ooit 40.000 waren).
De groeiende vraag naar EV's, de uitbreiding van bestaande laadnetwerken en de steeds strengere milieuregels van overheden zullen de ondergang van benzine alleen maar versnellen. En dit omslagpunt zou wel eens eerder kunnen komen dan verwacht. Volgens recent onderzoek is 80% van de servicestations in 2035 niet meer winstgevend.
Nu tankstations op hun retour zijn, hebben architecten, ontwerpers en exploitanten de kans om van het tanken/opladen een totaal andere ervaring te maken. Maar tijdens zo'n technologische sprong kunnen de zaken snel veranderen. Hoe zou de laadinfrastructuur er over tien jaar uit kunnen zien?
"De oude manier van tanken was niet alleen onhandig, maar ook volledig in strijd met hoe mensen hun leven leiden. Omdat het gemiddelde oponthoud van de meeste EV-rijders ongeveer 30 minuten is, kunnen ze door de elektrificatie allerlei andere dingen doen dan een zak chips, een reep chocolade en een blikje fris naar binnen werken voordat ze in allerijl weer vertrekken. En het geeft bestaande bedrijven en ondernemers talloze mogelijkheden om die aan hun laadpaal gebonden reizigers te bedienen", zegt JP.
In Denemarken kijken ze voor antwoorden naar de natuur.
Zinvolle onderbreking
"Er worden mooie ideeën uitgewerkt, die hopelijk in de komende jaren zichtbaar worden. We zijn bezig met een biodiversiteitsproject waarbij deze stations veranderen in kleine oases met clusters van luifels en in het midden een groen hart, waar je de drukte van alledag op een zinvolle manier kunt onderbreken. Het idee dat je er bijna naar uitkijkt om je auto op te laden, omdat het een kans is om even afstand te nemen van social media, e-mails en het lawaai van de stad", zegt Alexander.
Een zinvolle onderbreking. Wie klinkt dat nou niet als muziek in de oren?