Genderongelijkheid bij het ontwerpen van auto's aanpakken: Bethany Martin wijst de weg

We brengen veel tijd door in de auto. De gemiddelde Amerikaan besteedt ongeveer 100 minuten per dag aan autorijden. Als je bijna 12 uur per week in je auto zit, stel je natuurlijk wel prijs op een beetje comfort. Volgens een recent onderzoek is comfort tijdens het rijden een van de belangrijkste overwegingen bij het kopen van een auto. Gelukkig voor ons is Bethany Martin een expert op het gebied van comfort en onderzoek.

Het is Bethany's taak om te bestuderen hoe mensen in onze nieuwe modellen passen en hoe ze ermee omgaan. Ze zorgt ervoor dat iedereen die dat wil (op een comfortabele manier) in een Polestar kan reizen. In haar functie, die op het raakvlak van techniek en design balanceert, laat ze beide afdelingen vanuit een ergonomisch oogpunt werken aan een optimaal comfort.

We hadden het met haar over het belang van een gevarieerde groep proefpersonen, de noodzaak van aanpasbaarheid en inclusie als voorwaarde voor het succes van het bedrijf.

Hoe ben je terechtgekomen in de auto-industrie?

Na mijn studie humane biologie aan de universiteit van Glasgow (die ik geweldig vond), wist ik niet wat ik moest doen. Een kennis van me die destijds bij Aston Martin werkte, stelde voor dat ik daar zou solliciteren als ergonoom en ik mocht stage komen lopen. Die stageplaats gaf me een voet tussen de deur en uiteindelijk kreeg ik een echte baan bij het bedrijf. Het voordeel van studeren en werken tegelijk was ook dat ik ergonomische uitdagingen in de praktijk kon ervaren.

Na zeven jaar bij Aston Martin te hebben gewerkt, werd ik door een recruiter benaderd voor een andere functie. Op dat moment vond ik het tijd voor verandering en werd ik voorgesteld aan Polestar.

Wat is de rol van ergonomie bij het ontwerpen van auto's nu in vergelijking met vroeger?

Ergonomie is van toepassing op verschillende aspecten van de auto en er kunnen teams van diverse samenstelling bij betrokken zijn, zoals bij de mens-machine-interface, het zitcomfort of de afstelling van de auto. Veel van deze traditionele aandachtsgebieden zijn nog steeds belangrijk, maar door de opkomst van nieuwe technologieën zal het landschap zeker veranderen. En als gevolg daarvan zullen ergonomische controles, die nodig zijn om hun invloed op de inzittenden te bestuderen, belangrijker worden. 

Hoe voer je je onderzoeken uit?

Ik verricht zowel digitale als fysieke controles, die deels objectieve en deels subjectieve resultaten opleveren. Als ik digitaal werk, gebruik ik menselijke simulatiesoftware om testpoppen van inzittenden te maken met verschillende lengtes en vormen. Die laat ik dan in hun verwachte houdingen zitten om via experimenten bijvoorbeeld de objectieve ruimtelijkheid te beoordelen. Dat is de snelste en eenvoudigste manier om ergonomische onderzoeken uit te voeren.

Zodra we een prototype hebben om mee te testen, voer ik praktijktests uit. Daarvoor rekruteer ik mannelijke en vrouwelijke deelnemers, zowel klein als groot, die verschillende meningen over autorijden hebben. Ik gebruik fysieke tests om subjectieve meningen van echte deelnemers te verzamelen, zodat de verwachte meningen over de ruimte overeenkomen met de feedback uit de praktijk.

Wat bestudeer je in je onderzoeken?

Toen ik bij Polestar begon, richtte ik me vooral op de positionering van de inzittenden en de aanraakpunten in de auto. Later veranderde dit in het aanpassen van het ontwerp om het comfort en de bruikbaarheid te verbeteren, wat grotendeels mogelijk werd gemaakt door fysieke tests met een buck (levensgroot model dat bij de ontwikkeling van de auto voor diverse onderzoeken wordt gebruikt).

Hoe belangrijk is het om een gevarieerde deelnemersgroep te hebben?

Dat is heel belangrijk. We hebben ooit een onderzoek gedaan met alleen langere deelnemers, maar daar zaten geen vrouwen bij die kleiner waren dan 160 cm, terwijl dat net zo'n belangrijke bevolkingsgroep is om te bestuderen. We moesten onze onderzoeken toen aanvullen met deze groep om er zeker van te zijn dat we met iedereen rekening hadden gehouden. De test ging prima en de groep merkte dingen op waar je als mannelijke kandidaat misschien niet eens aan zou denken om ze te controleren.

Hoe probeer je genderongelijkheid aan te pakken in je tests?

In het team Vehicle Integration and Ergonomics hebben we daar altijd veel aandacht voor. We weten dat er allerlei lengtes en lichaamsvormen zijn waar je rekening mee moet houden.

We proberen bijvoorbeeld rekening te houden met kleinere lengtes en posturen, omdat meer vrouwen in die categorie vallen. Ik let bijvoorbeeld ook op andere dingen, zoals lange vingernagels, om na te gaan of die van invloed zijn op de bediening van bepaalde schakelaars of hendels. Kleinere vrouwen kunnen soms niet de armsteun gebruiken. In die gevallen onderzoek ik of dat een probleem vormt in relatie tot andere functies enzovoort.

Bij ergonomie gaat het om de kleine dingen.   

Kun je ons een voorbeeld geven van genderongelijkheid bij het ontwerpen van auto's?

Nog maar kort geleden was het helaas normaal dat vrouwen een extra steun of kussen in de rug nodig hadden om goed bij de pedalen te kunnen. Dat was vooral het geval bij duurdere auto's, waar met name vrouwelijke bestuurders op die manier hun zitpositie moesten aanpassen om te kunnen autorijden, terwijl dat heel gevaarlijk is.

Onze tests met gemengde gendergroepen hebben aangetoond hoe belangrijk het voor potentiële bestuurders is om over een groot aantal zitposities te beschikken. Omdat vrouwen meestal kleiner van gestalte zijn, moeten ze hun stoel voldoende naar voren en omhoog kunnen schuiven. Vrouwelijke eigenaren kunnen zo een ideale, comfortabele zitpositie bereiken zonder dat dit ten koste gaat van de bereikbaarheid van de voornaamste bedieningselementen (d.w.z. pedalen en stuur) of het zicht vanuit de auto.

Onze auto's zijn geschikt voor kleinere mensen en we proberen ervoor te zorgen dat de stoelen voldoende verstelbaar zijn om de bestuurders veilig in de auto's te laten rijden.

Is het mogelijk om een auto comfortabel te maken voor alle soorten mensen?

Ja, dat is mogelijk, maar de fysieke constructie en onderdelen van een auto vormen soms een uitdaging voor de ontwerpteams. Aanpasbaarheid is daarom noodzakelijk voor het comfort van de inzittenden. Het zou naïef zijn om aan te nemen dat je met één ontwerp iedereen tevreden kunt stellen. Maar als je een aantal aanpassingselementen kunt inbouwen, is de kans groter dat je tegemoetkomt aan de voorkeuren van je doelgroep. Tegenwoordig komen zogeheten toegankelijkheidsfuncties steeds meer voor, wat betekent dat we de tevredenheid en bruikbaarheid van producten voor iedereen kunnen vergroten.

Het thema van Internationale Vrouwendag is dit jaar 'Inspire Inclusion'. Hoe sluit dat aan bij jou en je werk?

Dat is een mooi thema, dat je op verschillende manieren kunt interpreteren. In mijn werk is de inclusie van alle genders en bevolkingsgroepen ongelooflijk belangrijk. Bij het ontwerpen van een auto houden we dus rekening met een groot aantal aspecten die betrekking hebben op eigenaren, bestuurders en passagiers. Het is belangrijk dat iedereen die aan de ontwikkeling van een nieuwe auto werkt, de verschillen tussen bestuurders begrijpt en dienovereenkomstig ontwerpt.

Het hele team bij Polestar is ongelooflijk vooruitstrevend. We doen ons uiterste best om vooroordelen te vermijden die het ontwerp van de auto op een bepaalde bevolkingsgroep zouden kunnen richten. Dat maakt mijn werk een stuk gemakkelijker en ik vind het erg prettig dat er geen discussie nodig is om het team te overtuigen van het belang hiervan.

Deze bedrijfscultuur kan het resultaat zijn van allerlei dingen, maar wat er voor mij uitspringt, is de zeer transparante houding van Polestar. Ouderwetse manieren van denken worden hier niet aangemoedigd. De nadruk ligt juist op de positieve veranderingen die we binnen de sector kunnen realiseren, zowel wat betreft het maken van auto's als de bedrijfscultuur. Bij Polestar willen we inclusie voelbaar maken en weten we dat het succes van het bedrijf ervan afhangt.