Een tweede leven voor accu’s
‘Een Frankenstein maken’ betekent dat je verschillende elementen samenvoegt en zo iets nieuws schept. In de pc-wereld wordt de term vaak gebruikt. Maar ook op accu’s is hij van toepassing. Zeker nu we ze, net zoals Mary Shelleys wetenschapper, weer tot leven wekken.
We streven ernaar elektrische prestaties duurzamer maken. Dat dreef ons om onze productiecyclus te verbeteren en circulariteit te promoten. Het maximum uit zo min mogelijk middelen halen: dát is wat we willen. En precies daarom zijn we op zoek naar manieren om accu’s na hun eerste leven te hergebruiken.
Een accu produceren is duur en slurpt veel energie. Toch blijkt uit een rapport van hetZweedse Energieagentschapdat amper 5 procent van de accu’s wereldwijd wordt gerecycleerd. Wij willen ervoor zorgen dat de accu’s langer meegaan en dat ze ook na hun eerste gebruikscyclus nog hun nut bewijzen. Daarom zijn we met regionale accucentrales op zoek naar manieren om de accu’s te herstellen, op te knappen en in nieuwe wagens te plaatsen.
Na dat eerste gebruik breekt een tweede leven aan: geen automotivetoepassing dit keer, maar als energieopslag in een laadstation met zonnepanelen. Volvo Cars, bijvoorbeeld, bouwt momenteel een prototype: 5 accu’s uit elektrische wagens die met een totale capaciteit van 390 MWh tot 80 oplaadstations aandrijven.
Aan het eind van die – figuurlijke – rit halen we de accu’s pas uit elkaar. De onderdelen sturen we naar de leveranciers om in nieuwe accu’s te gebruiken. Zo is de cirkel volledig rond: van grondstof weer naar grondstof.
Accu’s een tweede leven kunnen geven, is een soort verrijzenis. Een waardoor we nog duurzamere elektrische prestaties kunnen neerzetten.