Op weg naar de toekomst: hoe een zaadbank in de Noordelijke IJszee de wereld gaat redden
De landbouw is misschien wel de belangrijkste aanjager van ontwikkeling in de geschiedenis van de mensheid. De landbouw biedt werk aan een kwart van de wereldbevolking en was altijd een bron van technologische vooruitgang, maar kan ook heel destructief zijn. Veel van onze huidige milieuproblemen, zoals ontbossing, verlies van biodiversiteit en CO2-uitstoot, kunnen in verband worden gebracht met de landbouw. Nu de voedselproductie een aanzienlijke druk legt op onze wereldwijde ecosystemen, zijn we op zoek naar een oplossing voor een van de meest dringende vragen van de 21ste eeuw: kan de wereld zichzelf duurzaam voeden?
Ergens op een bevroren eiland ver boven de poolcirkel ligt een bunker te midden van gletsjers en ijsberen. Het enige zichtbare teken van menselijke activiteit is een imposante betonplaat die uit de Arctische toendra omhoogsteekt. Het plaatje doet buitenaards aan. De constructie kan gemakkelijk doorgaan voor een kunstwerk, maar wat erin wordt opgeslagen is veel waardevoller dan het gebouw zelf. Dit is de Svalbard Global Seed Vault, oftewel de wereldzadenbank op Spitsbergen. En het is tegenwoordig een van de belangrijkste gebouwen op aarde.
Je zou misschien niet denken dat een zaadje iets is wat beschermd moet worden. Maar dan heb je het mis. Volgens recente schattingen voorzien slechts drie graansoorten (maïs, rijst en tarwe) in de helft van de totale caloriebehoeften van de wereld. Deze 'heilige drie-eenheid' is essentieel voor onze voedselvoorziening. En gezien onze afhankelijkheid heeft het behoud van deze granen de hoogste prioriteit voor overheden en instellingen. "Het is belangrijker dan ooit om zaden te behouden. Ik bedoel, kijk naar buiten en je ziet hoe alles wordt beïnvloed door klimaatverandering", zegt Lise Lykke Steffensen, directeur van NordGen, de instantie die verantwoordelijk is voor de bescherming van meer dan 1 miljoen verschillende zaden op Spitsbergen.
De zadenbank op Spitsbergen is de grootste ter wereld en biedt een veilig onderkomen voor meer dan 17.000 lokale zadenbanken die hun eigen collecties tegen oorlog, ziekte of andere bedreigingen willen beschermen. Het uiteindelijke doel is om een kopie te bezitten van elke zaadvariant op aarde. De wereldzadenbank is natuurlijk een laatste redmiddel voor een crisis die misschien nooit zal plaatsvinden. In haar dagelijks werk is Lise natuurlijk niet voortdurend bezig met een eventuele wereldvernietiging. Waar ze wel hard aan werkt is het vinden van werkbare oplossingen voor onze veranderende wereld.
"Veranderingen in het milieu duren normaal gesproken honderden of duizenden jaren. Maar nu zien we dat het klimaat steeds sneller verandert, terwijl onze planten, dieren en bossen zich niet even snel kunnen aanpassen. We hebben dus nieuwe genen en eigenschappen nodig, zodat planten en dieren deze verandering aankunnen", legt Lise uit.
Met het ontwikkelen van genetisch gemodificeerde laboratoriumzaden die zich aan de nieuwe situatie kunnen aanpassen, is het probleem helaas niet opgelost. "Een van onze grootste uitdagingen is of we planten kunnen kweken die het goed doen onder deze nieuwe klimaatomstandigheden. Het duurt 15 tot 25 jaar om een nieuw plantenras te ontwikkelen. Wat we nu op de markt zien, stamt dus uit een tijd dat de klimaatverandering nog niet zo snel ging. En dat is problematisch." Een beangstigend vooruitzicht, want veel zaden die we nu gebruiken, zijn niet geschikt voor onze huidige omgeving. En de gevolgen kunnen verwoestend zijn. "Ik las net een artikel waarin stond dat de oogst in Zweden dit jaar zo'n 40 tot 50 procent lager is dan normaal vanwege de droogte. De planten hebben daardoor veel meer stress."
Helaas voor Lise is dat niet de enige rampspoed waar ze mee te maken krijgt. Als gevolg van een demografische tijdbom wordt de situatie waarschijnlijk eerst slechter voordat er verbetering optreedt.
Eiwitrijke larven
Over 30 jaar zullen er 10 miljard mensen op de wereld zijn. Dit brengt uiteraard een groot aantal problemen met zich mee. Enerzijds moeten we aan de voedingsbehoeften van een steeds grotere bevolking voldoen, terwijl anderzijds het milieu steeds vijandiger en onvoorspelbaarder wordt. Experts denken daarom dat we aan de vooravond van een wereldwijde voedselcrisis staan. Onze landbouw en voedselproductie zijn nu al verantwoordelijk voor meer dan een derde van de totale uitstoot van broeikasgassen in de wereld. Willen we aan onze klimaatdoelstellingen en caloriebehoeften voldoen, dan moeten we onze manier van voedsel produceren dus radicaal veranderen.
Maar hoe ver kunnen we onze ecologische en technologische grenzen verleggen om voedselzekerheid voor iedereen te garanderen?
Filmfans zijn zich maar al te bewust van de mogelijke voedselrampen die ons te wachten staan. Hollywood heeft ons met sciencefictionfilms als Bladerunner en Soylent Green alvast voorbereid op een dieet van eiwitrijke larven of energiesupplementen op basis van plankton. Dit dystopische toekomstbeeld werkt misschien goed op het witte doek, maar is het niet een beetje vergezocht? Helaas minder dan je zou denken.
De schaarste aan cultuurgrond wordt steeds problematischer voor boeren, waardoor de toch al zwakke ecosystemen tot het uiterste worden opgerekt. Veel bedrijven in de agribusiness kijken daarom voor antwoorden naar de wetenschap. Nieuwe technologieën, zoals weefselmanipulatie en synthetische biologie, kunnen mogelijk het aanbod van vlees en groenten verbeteren. Nieuwe voedingsalternatieven, zoals vleesvrije steaks en veganistische zuivelproducten, liggen al in de schappen. Maar hoe groot mag de rol zijn die technologie in onze voedselproductie speelt?
Lise vindt dat alle opties op tafel moeten blijven liggen. "Mijn vaste antwoord op deze vraag is dat we alle mogelijkheden moeten benutten, want de tijd dringt. We moeten opboksen tegen klimaatverandering en onze omgeving verandert zo snel dat de natuur niet kan volgen." Deze open houding heeft geleid tot een aantal interessante partnerschappen voor NordGen. "We werken nu samen met een grote voedingsmiddelenfabrikant, waarvoor we meer dan 800 verschillende soorten zaden hebben onderzocht. We hebben een genotypering gedaan en veel informatie verzameld, want ze zijn natuurlijk op zoek naar iets wat voedzamer is, een betere textuur heeft of prettiger aanvoelt in de mond."
Dit is slechts een van de vele samenwerkingen die NordGen als essentieel beschouwt om de voedselzekerheid in de 21ste eeuw te garanderen. Voor Lise zijn de contacten tussen onderzoekscentra, commerciële partijen en beleidsmakers een vruchtbare voedingsbodem voor innovatie. Op eigen houtje werken is geen haalbare optie meer. "Degenen die geïsoleerd werken, delven het onderspit, want op dit punt moeten we nu eenmaal samenwerken."
NordGen heeft een tijdshorizon van 100 jaar. Een groot deel van het werk kan daarom pas in de 22ste eeuw worden beoordeeld. Desondanks kiest Lise voor een pragmatische benadering bij het voorspellen van toekomstige landbouwtrends. "Door onze moderne manier van leven is helaas veel natuur- en landbouwkennis verloren gegaan. Over hoe we ons eigen voedsel kunnen produceren. Er zijn zoveel mensen die geen idee hebben hoe ze bijvoorbeeld aardappels moeten verbouwen. We moeten dus terug in de tijd en het wiel opnieuw uitvinden. We moeten ons eigen voedsel kunnen produceren en minder afhankelijk zijn van geïmporteerde goederen. Ik denk dat we in de toekomst veel beter geïntegreerd zullen zijn in onze omgeving."
Enthousiaste sciencefictionfans met een voorkeur voor gedehydrateerde pizza zullen dit antwoord niet leuk vinden. Toch heeft het iets cyclisch − bijna poëtisch − om de schop en troffel af te stoffen en terug te keren naar onze wortels.